Waar de winden van voren bevriezen
en de leegte haar genade vindt,
dreigt een mens zich te verliezen
in gedachten die hij niet verzint.
Niet langer is het belangrijk
wat er in zijn leven omging:
al was iets nog zo omvangrijk,
uiteindelijk bleef hij een eenling.
Met wat dromen de tijd gestild,
een lapje grond voor de geest:
had iemand het ooit anders gewild,
kon er dan toch meer zijn geweest?
Waar de winden van voren bevriezen
en de leegte haar genade vindt,
dreigt een mens zich te verliezen
in gedachten die hij niet verzint.
( 1994 )