Geachte ( open brief aan De Tijd )
In antwoord op uw laatste schrijven
( U moet wel een voorname functie bekleden! )
waarin U tracht een wig te drijven
tussen ondergetekende en zijn verleden,
stelt hij dat het moment is gekomen
- hij had het U graag persoonlijk gezegd -
U te moeten melden dat juist de dromen
door U ontnomen, zijn grenzen hebben verlegd.
Het behaagt U, maar wat te spotten
met De Jonge Hond die hij bleek te zijn,
de Wildebras ja! uit het Rijk der Zotten!
de Onrust Zelve, het huis te klein.
De kunstgrepen die U uithaalt! om hem te doen bloeden!
U, blind voor de gevolgen, U blijft hem voeden.
( 1992 )