Het Laatste Dal
In traagheid overtreffen elkaar de dagen,
een ieder lijkt tot sterven bereid;
hoe kan iemand leven zonder te vragen,
zonder te klauwen naar de roepende tijd?
Pesterig draait de wind naar het noorden,
altijd weer een klap in je gezicht:
zacht huilende gitaren, ijskoude akkoorden,
want iedere avond het falende licht.
Dit is het dan, zo zal het altijd zijn,
ochtendlicht en dageraad
versluieren slechts de val
van eens toen je klein
was en je moeder nog zong,
naar straks - het laatste dal.
( 1992 )